De gemeente van Utrecht stopt met het gebruiken van de termen ‘hoger’ en ‘lager’ opgeleid. De gemeente heeft een plan opgesteld om mbo-studenten gelijk te behandelen met hbo- en wo-studenten. Om dit waar te maken is het belangrijk dat er meer waardering komt voor mbo-studenten. Net zoals hbo- en wo-opleidingen moet een mbo-opleiding gezien worden als een volwaardige vervolgopleiding, en hiervoor is het nodig dat er iets gaat veranderen.
Het plan
Met het plan van de gemeente van Utrecht zijn zij de eerste gemeente in Nederland die invulling geeft aan de nieuwe mbo-werkagenda van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In het plan staat dus dat de termen ‘hoger’ en ‘lager’ opgeleid niet meer gebruikt worden. In plaats daarvan wordt gewoon mbo, hbo of wo gezegd. Ook mag er in het uitgaansleven, verenigingsleven en de studentenhuisvesting geen onderscheid worden gemaakt tussen mbo-studenten of hbo-/wo-studenten. Wethouder Dennis de Vries geeft aan dat jongeren en hun omgeving enthousiaster worden voor een vakopleiding door dit nieuwe plan.
Eerdere stappen
De gemeente van Utrecht heeft al eerdere stappen ondernomen om het imago van mbo-studenten te veranderen. Zij mogen net zoveel student zijn als de andere studenten. Deze stappen waren bijvoorbeeld een aanpak tegen stagediscriminatie en het opzetten van de mbo-studentenraad SR030 en de mbo-studentenvereniging R.S.V.H. Ook is er al onderzoek gedaan naar mbo-studenten in de Utrechtse Introductietijd (UIT) en bij studentensportcomplex Olympos.
Bron: rtlnieuws.nl