De huurprijzen zijn te hoog en een huis kopen is bijna onmogelijk. Daardoor is het voor afgestudeerden erg lastig om een betaalbare woning te vinden. Om die reden wonen veel twintigers en dertigers met een fulltime baan nog bij hun ouders of met huisgenoten. Voor het krijgen van een kamer moeten ze dan vaak hospiteren. Met hospiteren moet je jezelf als het ware verkopen aan de andere huisgenoten, dus echt bewijzen dat jij de beste match bent. Vaak zit je dan in een kamer met nog 10 anderen. De kans is dus klein dat jij het wordt. Voor studenten en net afgestudeerden is dit de enige mogelijkheid.

 

Woningtekort

Nederland heeft een tekort aan ongeveer honderdduizenden woningen. Voor studenten die klaar zijn met hun studie is het bijna onmogelijk om een huis of appartement te vinden. Sommigen kunnen nog terugvallen op hun ouders, maar dit is slechts een klein percentage van alle mensen die een woning zoeken. Uit een onderzoek van de gemeente Amsterdam bleek dat het aantal adressen met huisgenoten in de dertig toeneemt. De optie om terug in de geboortestad te gaan wonen is ook bijna geen optie. Veel hebben tijdens hun studententijd een sterk netwerk opgebouwd in de stad waar ze wonen, en willen daar dus blijven.

Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek verandert de levensloop van studenten. Ze stappen later het ‘volwassen leven’ in. Ze zijn later klaar met hun studie, gaan later samen wonen en kopen niet snel meer een woning. In vorige decennia zag de levensloop er heel anders uit. Deze verandering in de levensloop van studenten is onvermijdelijk.

 

Bron: NRC